Paul Verhaeghe – Onbehagen

“Onbehagen”, het recente boek van Paul Verhaeghe, is een meesterlijke studie van hoe onze cultuur en samenleving inwerken op ons geestelijk welbevinden
Ondanks de welvaart op alle vlakken heerst er een groot onbehagen in onze maatschappij. Dit gevoel is van alle tijden en maakt deel uit van ons mens-zijn. Paul Verhaeghe laat in dit boek zien dat iedere tijd een eigen gevoel van onbehagen heeft, met de daarbij horende typische problemen – zoals in onze tijd burn-out, het imposter syndroom, narcisme of de angst om uitgesloten te worden.
Hoe kunnen wij onze huidige samenleving typeren, op welke manieren bepaalt die ons als individu, en welk onbehagen sluit daarbij aan?
Zijn er verifieerbare verklaringen voor dit gevoel, in de praktijk van de zorg, het onderwijs en de arbeidsorganisatie?
In Onbehagen kiest Verhaeghe voor een wetenschappelijk onderbouwde analyse, wars van op ideologie gebaseerde kritieken en utopische oplossingen

Onbehagen verwijst naar het werk van Frans de Waal over “Fairness” en “Leiderschap” (alfa-gedrag):


And we found primates care for fairness

Dus we zagen dat de chimps wel degelijk geven om het welzijn van een ander — vooral als het groepsgenoten zijn.
Het laatste experiment dat ik je wil laten zien, is onze fairness-studie.
Dit werd een heel beroemd onderzoek.
Nu zijn er vele andere, want we deden dit zo’n tien jaar geleden, en het werd heel bekend.
We deden het oorspronkelijk met kapucijnaapjes.
Ik ga het eerste experiment tonen dat we deden.
Het is nu ook met honden gedaan en met vogels en met chimpansees.
Maar met Sarah Brosnan begonnen we met kapucijnapen.
We plaatsten twee kapucijnapen naast elkaar.
Ook deze dieren leven in één groep; ze kennen elkaar.
We halen ze uit de groep en zetten ze in en testkamer.
Ze moeten een simpele taak uitvoeren.
Als je ze komkommer geeft voor de taak, zijn ze graag bereid om dit 25 keer achter elkaar te doen. Dus komkommer, ook al is het maar water in mijn ogen, komkommer vinden ze uitstekend.
Als je nu de partner druiven geeft — de voedselvoorkeur van mijn kapucijnaapjes komt precies overeen met de prijzen in de supermarkt — dus als je ze druiven geeft — veel beter voedsel — creëer je ongelijkheid tussen hen.
Dat is het experiment dat we deden.
Recentelijk filmden we het met nieuwe aapjes die dit nog nooit deden, omdat we een sterkere reactie verwachtten, en die kregen we ook.
De linker aap is degene die komkommer krijgt. De rechter aap is degene die de druiven krijgt.
De aap die de komkommer krijgt, vindt het eerste stukje komkommer prima. Het eerste stukje eet ze.
Dan ziet ze hoe de ander druif krijgt, en je zult zien wat er gebeurt. Ze geeft ons een steentje. Dat is de taak. Wij geven haar een stukje komkommer, dat ze opeet. De ander moet ons een steentje geven. Dat doet ze. Ze krijgt een druif en eet die op. De andere aap ziet dat.
Ze geeft ons een steentje, en krijgt weer komkommer. …. (Gelach) …. Ze test een steentje tegen de muur.
Dit is dus eigenlijk het Wall Street-protest wat je hier ziet.
Deze studie werd erg beroemd en we kregen veel commentaar, vooral van antropologen, economen, filosofen. Ze vonden dit niet leuk. Ze hadden bij zichzelf besloten, geloof ik, dat fairness een complexe zaak is, en dat dieren het niet kunnen hebben. Een filosoof schreef ons zelfs dat apen onmogelijk gevoel voor fairness konden hebben, omdat fairness was uitgevonden tijdens de Franse revolutie. … (Gelach)


The ‘alpha male’ myth, debunked

The alpha male is not a personality type
I feel very conflicted because the term alpha male for me is not a negative term. People always think the alpha male is a sort of personality.
No, the alpha male is just a top male and he can be a very nice guy or he can be a very nasty guy. That is actually irrelevant, if he’s at the top, he’s the alpha male. And I think people overestimate male dominance mainly because they think purely in physical terms but primate societies are political systems and physical power is only one part of the whole equation.
People don’t realize that the alpha male chimpanzees, for example, you have to have supporters, you cannot do that on your own. It means that a high-ranking female can have an enormous amount of power because if she can rally all the other females behind a certain male, she has all the power there.
And then, in addition, you have bonobos who are very close to us too, equally close as the chimpanzee where the alpha individual is a female. And most of these differences between the sexes are actually smaller than we think. We sort of, in our mind, we blow them up, but they’re actually if you measure them, they’re not so great.

Many people consider empathy as the core of human morality.We’re apes with technology and college degrees You cannot have an interest in other people and wanting to help them if you don’t have empathy for them. And so, empathy is the glue of our society and our moral systems would be basically impossible, I think, if we had no empathy.
I’m not saying that chimps and bonobos are moral beings the way we are, but they clearly have that capacity of being interested in the state of somebody else.
I think a leader needs to pay attention to the group dynamics, make sure that everyone has a voice in the group and that you, like alpha male chimpanzees, that you protect the underdog against potential violence or potential abuse.
I think humans are psychologically exactly like the apes, so socially and emotionally we are like apes.
We are intellectually more developed.
We have language, of course, we are technologically more developed.
But many of the basics of our social relationships, both in terms of the hierarchies that we have, the friendships, the attachments, in all of these ways, we are very close to the primates. We’re very similar to them. And so, certainly in that area, the apes can tell us something about us because there’s basically no distinction.


Onbehagen verduidelijkt hoe onze uitwerking van de samenwerking overheid en economische vrijmarkt deze vriendelijke samenwerking uitdaagt:

Het doel van een vrijemarktbeleid is het afbouwen van een controlerende overheid, met als valse belofte dat ook de burger daardoor meer vrijheden krijgt. In de dagelijkse praktijk ervaren we het tegenovergestelde: de ons opgelegde regelgeving wordt dwingender, de keuzemogelijkheden beperkter. Het ber'(vrij) in neoliberaal is een zorgvuldig georkestreerde leugen.

Geen democratie zonder vrije markt!


‘There is no alternative’

De Britse premier Thatcher heeft deze slogan bedacht en zo vaak herhaalde dat het een zichzelf bevestigende waarheid werd.

Natuurlijk is er wel degelijk een alternatief en dat bestond al in de periode voor Thatcher aan de macht kwam, met een woord dat heel krachtig had kunnen worden: de kringloop- economie. Het idee werd vakkundig in de kiem gesmoord, omdat het haaks stond op de neoliberale noodzaak tot groei.
Elk dominante narratief oefent gezag uit op grond van een aantal aannames die onvoorwaardelijk als juist aanvaard moeten worden. Elke betwijfeling is een bedreiging, die zo snel mogelijk de kop ingedrukt wordt. Historisch gezien gebruiken dominante narratieven daar gelijkaardige strategieën voor, van het brutale vermoorden tot het subtielere monddood maken van tegenstanders. Juist omdat hun argumenten de aannames van het narratief in twijfel trekken, komt er nooit een inhoudelijke discussie, hoogstens een negatieve kadering.
Toen Kerk en Staat domineerden werden andersdenkenden weggezet als ketters. De voorbije tien jaar hadden rechtse vrije markt politici het over ‘linkse’ wetenschappers en ‘activistische’ rechters, en opende het ultra rechtse Vlaams Blok een kliklijn om ‘linkse leerkrachten’ aan te geven.

De allerbelangrijkste aanname van de vrije markt doctrine is de noodzaak tot groei. ‘De’ economie (hún economie) kan niet zonder groei, alles wat groei belemmert, is slecht. Groei is de voorwaarde voor vrijheid en welzijn, zonder groei vervallen we in armoede en dictatuur. Er. Is. Geen. Alternatief.

Wanneer iemand aantoont dat economische groei aan de basis ligt van de mondiale ongelijkheid en de mensheid op dit eigenste ogenblik tot aan de rand van de ondergang brengt, wordt dat van tafel geveegd. Bij een voorstel voor een economie gebaseerd op duurzaamheid wordt er hard gelachen. Een maatschappij kan niet zonder groei- ‘Get real!” Deze uitroep is veelzeggend, hij eist dat een kritische denker de werkelijkheid ziet zoals het neoliberale vertoog voorschrijft.

De voornaamste argumenten tegen ecologische maatregelen luiden tot op heden: ‘Dit is niet realistisch!’ (vertaald: het past niet in onze economische realiteit) en ‘Wie gaat dat betalen?’ (vertaald: wij niet). Het wordt nog gekker als je ziet dat regeringspartijen bereid zijn na te denken over milieumaatregelen op voorwaarde dat deze bijdragen aan… de economische groei. Zodra iemand daar wetenschappelijk onderbouwde bedenkingen bij formuleert, is er altijd wel iemand uit de kapitaal wereld die dat als onzinnig aan de kant schuift, zonder zelfs maar in te gaan op de argumenten.
Veel mensen slikken deze redeneringen en geloven dat er inderdaad geen alternatief voorhanden is. Ze behoren tot de generatie wier opvoeding en onderwijs in het licht stonden van het dominante narratief, wat nog eens bevestigd werd door de kranten die ze lazen, het journaal waarnaar ze keken en hun ervaringen op de werkvloer. Kortom, door de typische sociali- satiepraktijken waarmee een vertoog zijn denkbeelden omzet in werkelijkheid. In het geval van het economische narratief is vooral de arbeidsorganisatie doorslaggevend geweest


Als we inkomens- en vermogensongelijkheid samen nemen, moeten we wel besluiten dat in België en Nederland de kloof tussen arm en rijk groter wordt.
Over de oorzaken van de toenemende ongelijkheid bestaat er weinig twijfel: dit is het effect van een decennialang volgehouden beleid, gedicteerd door marktpolitici. De maatschappelijke gevolgen worden hoe langer hoe zichtbaarder. …
Sociologisch onderzoek wijst uit dat landen of regio’s met een hoge ongelijkheid een lagere kwaliteit van sociale verhoudingen hebben, met meer agressie en meer angst, minder vertrouwen en minder deelname aan het gemeenschapsleven.
In The Great Leveler (2018) stelt historicus Walter Scheidel (Princeton University) op grond van historisch onderzoek dat periodes van extreme sociale ongelijkheid pas worden afgesloten na een catastrofe, zoals een opstand of een oorlog.

Lichtpuntjes

Gelukkig schetst Verhaeghe ook lichtpuntjes: het groeiende protest van mensen die het spuugzat zijn dat de rijken rijker worden en de armen armer, dat milieu en welzijn zo lang zijn opgeofferd aan de industrie. Opkomende nieuwe groepsvorming en rechtbanken die overheid en multinationals steeds vaker op de vingers tikken, bieden de bescheiden hoop dat de wal het schip weleens zou kunnen keren.

3 responses to “Paul Verhaeghe – Onbehagen”

Leave a reply to Stikstof – is het echt de landbouw? – Surtil : Cancel reply